top of page

VEKA verhoogt controles op EPC’s en energiedeskundigen

Terwijl het EPC in 2021 bij controles nog in 96 procent van de gevallen aanwezig was, daalde dat percentage in 2022 naar 88 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). Bij 12 procent van de uitgevoerde controles was er bij de verkoop/verhuur dus geen EPC aanwezig. VEKA zal daarom in 2023 het aantal controles op de aanwezigheid van het EPC optrekken. Daarnaast wordt het toezicht op de kwaliteit van de EPC’s aangescherpt.

Minister van Energie Zuhal Demir gaf meer tekst en uitleg bij deze cijfers en de plannen van VEKA in haar antwoord op een aantal schriftelijke vragen van CD&V-parlementslid Robrecht Bothuyne.

Controles op aanwezigheid EPC

Zoals iedere vastgoedprofessional weet, moet bij de verhuur of verkoop van vastgoed een EPC aanwezig zijn. Het gaat niet langer enkel om woningen: we kennen daarnaast ook het EPC niet-residentieel en het EPC klein niet-residentieel. Het EPC moet er zijn voordat de publiciteit wordt opgestart. Een vermelding ‘EPC in aanvraag’ in publiciteit kan dus nooit.

VEKA zal deze informatieplicht in haar communicatie opnieuw onder de aandacht brengen. Daarbij zal in het bijzonder worden gewezen op de noodzaak aan een EPC bij de verkoop/verhuur van kleine, niet-residentiële gebouwen én op het vervallen van de geldigheidsduur.

Oude vervallen EPC's opgesteld voor 1 januari 2019

Die twee factoren zijn immers redenen waarom het aanwezigheidspercentage is gedaald. Belangrijk om steeds te onthouden: bij verkoop mag je sowieso geen EPC gebruiken dat is opgesteld voor 1 januari 2019. Die oudere EPC’s bevatten geen label maar enkel een energiescore/kengetal.

Verkoop, verhuur + verhuur kleine niet-residentiële eenheid

VEKA zal in 2023 meer controles uitvoeren, waaronder 1.500 op de aanwezigheid van het EPC bij verkoop en verhuur van een woning en 250 op de aanwezigheid van het EPC bij verkoop en verhuur van een kleine niet-residentiële eenheid.

Controles op kwaliteit EPC’s

In haar antwoord schetst minister Demir ook hoe VEKA inzet op voldoende kwalitatieve EPC’s.

De energiedeskundige moet voldoen aan een aantal erkenningsvoorwaarden: de kandidaat-energiedeskundige moet een basisopleiding volgen en moet slagen voor een examen. Om erkend te blijven, moet de energiedeskundige jaarlijks ook 6 uren permanente vorming volgen, bestaande uit vrij in te vullen vorming en in geval er methodiekwijzigingen worden doorgevoerd of indien veelgemaakte fouten worden vastgesteld, een deel vorming met verplichte inhoud.

Daarnaast moet de energiedeskundige strikt een inspectieprotocol volgen. Het VEKA stelt via de website ook voorbeelden en uitgewerkte cases ter beschikking en staat via haar helpdesk ook ter beschikking van de energiedeskundigen om specifieke vragen te beantwoorden.

De huidige regelgeving bevat bovendien de nodige handvaten om de energiedeskundigen te sanctioneren in geval de energiedeskundigen geen correct EPC-attest opmaken. De energiedeskundige riskeert een administratieve geldboete tussen 500 en 5000 euro als fouten in het EPC worden vastgesteld. Daarnaast kan de erkenning van de energiedeskundige ook worden geschorst of ingetrokken als inbreuken op de regelgeving worden vastgesteld. In 2022 heeft het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap het sanctiebeleid bijgestuurd en verstrengd. Energiedeskundigen die blijven in de fout gaan, krijgen hogere boetes en riskeren ook sneller een schorsing of intrekking van hun erkenning.

Het aantal controles zal in 2023 ook worden verhoogd. Recent zijn bij het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap 3 extra controleurs gestart. In 2023 zullen er minstens 750 kwaliteitscontroles worden uitgevoerd. Dat aantal zal in 2024 verder verhoogd worden naar 1000. Slechts een deel van de steekproeven is volledig willekeurig. Een ander deel is nu al gericht. Zo worden er specifieke controles uitgevoerd op EPC’s die worden opgemaakt in het kader van financiële tegemoetkomingen, zoals de EPC-labelpremie of de rentesubsidie. Daarnaast worden ook energiedeskundigen die reeds eerder in de fout gingen, gericht gecontroleerd.

Tot slot loopt er binnen het VEKA een traject om te starten met de automatische selectie van dossiers uit de energieprestatiedatabank op basis van mogelijk foutieve invoer of een verdachte combinatie van invoergegevens

Aantal opgestelde EPC’s

In 2022 werden in totaal 191.220 geldige EPC’s ingediend: 160.716 voor residentiële wooneenheden, 19.600 voor gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen en 6.480 voor niet-residentiële eenheden. Er werden 111.254 residentiële EPC’s voor koopwoningen en 44.412 voor huurwoningen ingediend.

In 2022 werden 37% meer EPC’s opgemaakt voor residentiële eenheden ten opzichte van 2021. Deze stijging wordt zowel bij verkoop als bij verhuur vastgesteld. Dit valt te verklaren door de koppeling van de huurindexatie aan het EPC en doordat bij verkoop sinds 2021 enkel EPC’s opgemaakt sinds 1 januari 2019 geldig zijn.

Ook in het aantal vrijwillig opgemaakte EPC’s is een analoge stijging waar te nemen door de koppeling van financiële instrumenten aan het EPC vanaf 2021, zoals de EPC-labelpremie en het renteloos renovatiekrediet, waarvoor het EPC niet ouder mag zijn dan van 2019. Het aantal opgemaakte EPC’s voor niet-residentiële eenheden in 2022 is eveneens toegenomen met bijna 30 procent ten opzichte van 2021. Er is meer dan een verdubbeling waar te nemen in het aantal opgemaakte EPC’s voor gemeenschappelijke delen. Dat is dan weer logisch aangezien alle appartementsgebouwen, die over vijf of meer eenheden beschikken, tegen 1 januari 2023 over een dergelijk EPC moesten beschikken.

Bron: Schriftelijke vragen nr. 591 (https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1951669), nr. 589 (https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1951673) & nr. 587 (https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1951670)

11 weergaven
bottom of page